Nederlandse naam: Wilgenroosje, Latijnse naam: Chamerion angustifolium. vindplaats: Parallelweg, 29 07 2016
Het wilgenroosje, Chamerion angustifolium, is een in mijn ogen tegenstrijdige plant en opvallende plant, in het voorjaar schiet deze plant al snel omhoog en kan uiteindelijk tot wel anderhalve meter hoog worden. de bladeren die wel wat van die van een wilg weg hebben worden van juni tot september naar de kroon gestoken door een prachtige roze toorts met bloemen die wel wat weg hebben van een roos, hetgeen zijn Nederlandse naam verklaard.
Het wilgenroosje is een pioniers plant die plotseling massaal kan voor komen als de mogelijkheid zich voor doet, met zijn pluizige zaden die door de wind gedragen grote afstanden kunnen afleggen weet hij snel en moeiteloos geschikte groeiplaatsen te vinden, zoals stukken bos die door vuur zijn verwoest, in Noord-Amerika word de plant daarom Fireweed genoemd.
In tegenstelling tot de meeste pioniers planten die kort levend zijn, omdat ze inspelen op snel veranderende omstandigheden kan het wilgenroosje wel twintig tot vijfentwintig jaar oud worden, de plant overwinterd als wortel stok die bij het ouder worden jaarringen vormt, in een groei seizoen is het niet uitzonderlijk dat de witte vlezige wortels wel een meter groeien en meerdere bloemstengels vormen.
Een sluitende verklaring waarom deze pionier zo’n lang leven beschoren is heb ik niet echt, maar ik kan me voorstellen dat zijn voorkeur voor door brand overstromingen of wind ontstane open plekken in het bos er iets mee te maken kunnen hebben, een bos heeft meerdere jaren nodig om zich te herstellen waardoor het wilgenroosje in de tussentijd kan floreren, en jaar na jaar zaad kan produceren om andere kansrijke plekken te bevolken.
In de schilderswijk ben ik de plant alleen op een plek tussen het treinspoor en de tramrails tegen gekomen, achter een betonnen keermuur, waar het vocht dat van de spoordijk komt achter blijft hangen.